Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om herziening van een eerdere uitspraak. De Raad oordeelt dat appellant geen procesbelang heeft bij het hoger beroep, omdat hij met deze procedure niets kan bereiken dat feitelijke betekenis voor hem heeft. De zaak betreft een verzoek om bijstandsverlening dat in het verleden is afgewezen. Appellant had eerder een schikking bereikt met het college van burgemeester en wethouders van Almere, waarbij hem bijstand werd toegekend over een bepaalde periode. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die een herziening van de eerdere uitspraak rechtvaardigen. De uitspraak van de rechtbank is in stand gebleven, en appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.