In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2025, met zaaknummer 22/2573 PW, wordt het hoger beroep van appellante tegen twee uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland behandeld. De Raad oordeelt dat het verzoek van appellante om schadevergoeding niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechtbank heeft het beroep van appellante terecht niet-ontvankelijk verklaard, maar niet op de juiste grond. Appellante had geen bezwaar gemaakt tegen het besluit van 6 september 2019, waardoor zij geen beroep kon instellen bij de bestuursrechter. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraken, maar met verbetering van gronden. De kosten voor verleende rechtsbijstand komen niet voor vergoeding in aanmerking, maar de griffier van de Raad wordt opgedragen het betaalde griffierecht van € 136,- aan appellante terug te betalen.