ECLI:NL:CRVB:2024:71
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen het Uwv
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. M.I. Bal, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De uitspraak betreft de intrekking van het hoger beroep door appellant, die verzocht heeft om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 januari 2024 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv op 21 april 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar heeft genomen, waardoor appellant in zijn bezwaren is tegemoetgekomen. Hierdoor heeft appellant het hoger beroep ingetrokken. De Raad heeft vervolgens de proceskosten van appellant vastgesteld op € 3.500,-, bestaande uit kosten voor zowel het beroep als het hoger beroep. Daarnaast is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het door appellant betaalde griffierecht van in totaal € 185,-. De uitspraak is gedaan door E.J.J.M. Weyers, met E.X.R. Yi als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.