ECLI:NL:CRVB:2025:474
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak inzake Wlz en gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 maart 2025 het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak afgewezen. Het verzoeker, die eerder een uitspraak van de Raad van 26 januari 2023 wilde herzien, heeft aangevoerd dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die deze herziening rechtvaardigen. De Raad heeft echter vastgesteld dat verzoeker geen nieuwe informatie heeft gepresenteerd die niet eerder bekend was en die de eerdere uitspraak zou kunnen beïnvloeden. De Raad heeft de argumenten van verzoeker beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze onvoldoende zijn om de onherroepelijke uitspraak van 26 januari 2023 te herzien. De Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de voorwaarden voor herziening van een uitspraak uiteenzet. De Raad heeft ook opgemerkt dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van nieuwe feiten of omstandigheden. Aangezien verzoeker geen nieuwe feiten heeft kunnen aanvoeren, blijft de eerdere uitspraak in stand. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.