ECLI:NL:CRVB:2025:472
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van AOW-pensioen aanvraag
In deze uitspraak wijst de Centrale Raad van Beroep een door verzoekster ingediend herzieningsverzoek af. Verzoekster, woonachtig in Marokko, heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 22 september 2023. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 13 februari 2025, maar verzoekster is niet verschenen en de Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft zich niet laten vertegenwoordigen. De Raad had eerder in september 2023 het verzet van verzoekster tegen een eerdere uitspraak ongegrond verklaard. Deze eerdere uitspraak ging over de weigering van toekenning van een AOW-pensioen aan verzoekster, omdat zij niet verzekerd was voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Verzoekster heeft in haar verzoek om herziening aangevoerd dat haar echtgenoot wel verzekerd was voor de AOW en dat zij na zijn overlijden een nabestaandenuitkering heeft ontvangen. De Raad oordeelt echter dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoen aan de strikte voorwaarden van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor herziening. Het verzoek om herziening wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, in tegenwoordigheid van M. Dafir als griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2025.