In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen. Appellante, die zich ziek had gemeld met psychische klachten, stelde dat zij meer beperkingen had dan het Uwv had vastgesteld. De Raad benoemde psychiater dr. J.J.D. Tilanus als deskundige, die concludeerde dat appellante lijdt aan een paniekstoornis en een generaliseerde angststoornis. Ondanks de bevindingen van de deskundige, oordeelde de Raad dat het Uwv terecht had geoordeeld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was en dat de geselecteerde functies passend waren. De Raad oordeelde ook over de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure en kende appellante een schadevergoeding toe van € 1.000,-, waarvan € 200,- door het Uwv en € 800,- door de Staat der Nederlanden moest worden vergoed. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en veroordeelde het Uwv tot betaling van de proceskosten van appellante, die in totaal € 4.761,75 bedroegen.