ECLI:NL:CRVB:2025:331
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen op het besluit tot eerdere weigering Wajong-uitkering toe te kennen
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om terug te komen op eerdere besluiten tot afwijzing van een Wajong-uitkering aan appellant. Appellant heeft in het verleden meerdere aanvragen ingediend voor een Wajong-uitkering, die telkens zijn afgewezen. Hij stelt dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn, zoals nieuwe diagnoses, die aanleiding zouden moeten geven tot herziening van de eerdere besluiten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 5 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het oordeel van de rechtbank is bevestigd. De Raad oordeelt dat er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die de eerdere besluiten kunnen ondermijnen. De Raad heeft vastgesteld dat de door appellant ingebrachte medische informatie niet nieuw is en dat de eerdere beoordelingen van zijn medische situatie adequaat zijn geweest. De Raad concludeert dat het Uwv terecht heeft besloten om niet terug te komen op de eerdere weigeringen van de Wajong-uitkering. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.