Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
.In diezelfde brief heeft het CAK laten weten dat appellant daarom een verdragsbijdrage moet gaan betalen en dat deze bijdrage wordt ingehouden op zijn pensioen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de status van een appellant die in Ierland woont en een AOW-pensioen ontvangt uit Nederland. De appellant is als verdragsgerechtigde aangemerkt, wat betekent dat hij een verdragsbijdrage verschuldigd is aan het CAK. De Raad heeft de verklaring van het Ierse orgaan gevolgd, waarin wordt bevestigd dat de appellant geen prevalerend recht op zorg heeft in Ierland. Dit is van belang omdat op grond van Verordening 883/2004 de zorg ten laste van Nederland komt, en de appellant dus verplicht is om de verdragsbijdrage te betalen. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat zijn recht op zorg gebaseerd is op zijn werkzaamheden als zelfstandige in Ierland, maar de Raad oordeelde dat dit niet het geval is. De Raad bevestigde dat de appellant terecht als verdragsgerechtigde is aangemerkt en dat de kosten van medische zorg voor zijn rekening komen, omdat hij geen recht heeft op zorg krachtens de wetgeving van Ierland. De uitspraak van de rechtbank Den Haag van 9 februari 2023, die het bezwaar van de appellant tegen de beslissing van het CAK ongegrond verklaarde, werd door de Raad bevestigd. De Raad concludeerde dat de appellant geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht.