ECLI:NL:CRVB:2025:1865
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
Op 17 december 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/4236 WIA. Deze uitspraak betreft een proceskostenveroordeling na intrekking van het hoger beroep door appellante, die tevens schadevergoeding heeft verzocht wegens overschrijding van de redelijke termijn. De appellante, vertegenwoordigd door mr. M.J. Jacobs-Hellebrekers, heeft het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van proceskosten en schade. De Raad heeft de Staat der Nederlanden als partij aangemerkt en het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. De Raad heeft het nader onderzoek ter zitting achterwege gelaten en het onderzoek gesloten.
De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden met 32 maanden, wat leidt tot een schadevergoeding van €3.000,- voor immateriële schade. De Raad heeft ook de proceskosten van appellante beoordeeld, waarbij het Uwv is veroordeeld tot betaling van €7.547,13 aan proceskosten, inclusief kosten voor rechtsbijstand en deskundigen. Daarnaast is het griffierecht van in totaal €174,- dat door appellante is betaald, door het Uwv vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken door F.M. Rijnbeek, met M.D.F. de Moor als griffier.