ECLI:NL:CRVB:2025:1861
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van besluit tot afwijzing Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van het Uwv om geen Wajong-uitkering toe te kennen aan appellante. Appellante had eerder, in 2013, een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die was afgewezen. In 2022 diende zij opnieuw een aanvraag in, maar het Uwv weigerde terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. Appellante stelde dat er nieuwe medische informatie was, waaronder een psychiatrisch onderzoek uit 2023, dat haar situatie zou onderbouwen. De Raad oordeelde echter dat het Uwv terecht had geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusie van het Uwv dat appellante geen recht had op een Wajong-uitkering. De uitspraak bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag en er wordt geen vergoeding voor proceskosten toegekend aan appellante.