ECLI:NL:CRVB:2025:1750
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA-uitkering
In deze zaak heeft verzoekster verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 13 november 2024, waarin haar verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 20 november 2025 uitspraak gedaan op dit herzieningsverzoek. Verzoekster had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar deze was per 1 september 2023 beëindigd. Het Uwv had haar een WGA-vervolguitkering toegekend, maar verzoekster was het niet eens met deze beslissing en had bezwaar gemaakt. De rechtbank had het bezwaar gegrond verklaard, maar verzoekster had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die aanleiding gaven voor herziening. De Raad oordeelde dat verzoekster niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat zij geen nieuwe feiten had aangedragen die voor de uitspraak niet bekend waren. Het verzoek om herziening werd afgewezen, waardoor de eerdere uitspraak in stand bleef. Verzoekster kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.