ECLI:NL:CRVB:2025:1649
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant is vastgesteld op 64,1%. Appellant, die als vrachtwagenchauffeur heeft gewerkt, heeft zich ziekgemeld na een bedrijfsongeval en is van mening dat zijn arbeidsongeschiktheid hoger is dan door het Uwv is vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en de deskundige, A.L. Mathoera, heeft op 18 augustus 2023 gerapporteerd over de medische situatie van appellant. De Raad heeft de mate van arbeidsongeschiktheid uiteindelijk vastgesteld op 54,64% en heeft geoordeeld dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid terecht heeft berekend. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 3.000,-. De Raad heeft het Uwv en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding en proceskosten aan appellant.