Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Het oordeel van de Raad
. [2]
. [5]
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst de verzoeken om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 28 oktober 2025, met zaaknummer 22/3179 PW, is de aanvraag van appellant voor bijzondere bijstand voor reiskosten in verband met tandheelkundige behandelingen afgewezen. De Raad oordeelt dat appellant niet heeft aangetoond dat de kosten noodzakelijk zijn. Tevens is het verzoek om terug te komen van het eerdere besluit afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn. De Raad sluit zich aan bij de rechtspraak van de Hoge Raad, die stelt dat bij een financieel belang van minder dan € 1.000,- en een overschrijding van de redelijke termijn met meer dan twaalf maanden, een belangenafweging moet plaatsvinden. In dit geval is het financiële belang zeer gering en de overschrijding van de redelijke termijn is vastgesteld op een jaar en twee maanden. De Raad heeft de verzoeken om schadevergoeding afgewezen, omdat het financiële belang onder de € 1.000,- ligt en appellant veelvuldig procedeert over vergelijkbare aanvragen. De uitspraak bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland, die de afwijzing van de aanvragen in stand heeft gelaten.