Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellante door het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. Appellante had bijstand aangevraagd op grond van de Participatiewet, maar het college had haar bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift buiten de wettelijke termijn was ingediend. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat zij niet begreep dat de bijstand in de vorm van een lening werd verstrekt. De Raad oordeelde echter dat appellante redelijkerwijs had moeten begrijpen dat het om leenbijstand ging, aangezien dit expliciet in het toekenningsbesluit was vermeld. De Raad concludeerde dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. Hierdoor blijft de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar in stand en krijgt appellante geen vergoeding voor haar proceskosten.