ECLI:NL:CRVB:2025:1376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel betaalde WIA-uitkering en beoordeling van dringende redenen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugvordering van te veel betaalde WIA-uitkering aan appellante. De Raad oordeelt dat het Uwv bij zijn beoordeling van de dringende reden niet alle relevante feiten en omstandigheden heeft betrokken. Appellante ontving in de periode van 9 april 2020 tot en met 30 september 2020 zowel een volledige WIA-uitkering als een ZW-uitkering, waarbij de WIA-uitkering op een te hoog bedrag was uitbetaald. Hoewel appellante redelijkerwijs had kunnen weten dat zij te veel uitkering ontving, heeft het Uwv nagelaten tijdig contact op te nemen met de werkgever van appellante om tot verrekening over te gaan. De Raad concludeert dat appellante door haar persoonlijke omstandigheden niet in staat was om de juistheid van de ontvangen bedragen te controleren. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv, en herroept het besluit van 17 maart 2021. Appellante krijgt een vergoeding voor haar kosten en het betaalde griffierecht wordt terugbetaald.