ECLI:NL:CRVB:2025:1198
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) wegens schending van de inlichtingenverplichting en vermogen boven de grens
In deze zaak gaat het om de intrekking van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) van appellant door de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De intrekking is gebaseerd op de schending van de inlichtingenverplichting, omdat appellant niet heeft gemeld dat hij onroerend goed in Marokko bezit, waarvan de waarde boven de grens van het vrij te laten vermogen ligt. Appellant stelt dat de waarde van het onroerend goed lager is dan deze grens, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht heeft vastgesteld dat appellant zijn verplichtingen niet is nagekomen. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 1 juli 2025, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat en een tolk. De Svb werd vertegenwoordigd door een andere advocaat. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt, omdat de Svb op basis van de beschikbare taxatierapporten en de feiten heeft kunnen concluderen dat appellant over een vermogen beschikt dat de grens overschrijdt. De intrekking van de AIO blijft dan ook in stand. De uitspraak is gedaan op 12 augustus 2025.