ECLI:NL:CRVB:2024:870
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geen ontheffing arbeidsverplichtingen op grond van duurzame en volledige arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die psychische klachten heeft, verzocht om een permanente ontheffing van de arbeidsverplichtingen op basis van duurzame en volledige arbeidsongeschiktheid. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had eerder een tijdelijke ontheffing verleend voor de duur van één jaar, maar de appellant stelde dat hij recht had op een permanente ontheffing op grond van artikel 9, vijfde lid, van de Participatiewet (PW).
De Raad oordeelde dat het aan de appellant was om aannemelijk te maken dat hij voldeed aan de voorwaarden voor ontheffing. De appellant heeft echter geen medische gegevens overgelegd die zijn standpunt onderbouwen. Het advies van de psycholoog van Indigo, waar het college naar verwees, gaf ook geen steun aan de claim van duurzame en volledige arbeidsongeschiktheid, maar adviseerde juist een GGZ-behandeling om de participatiemogelijkheden te vergroten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.