4.8.De Svb hecht vooral waarde aan de verklaringen van C, die ten opzichte van de woning van betrokkene twee woningen verder woont, D en E, de directe buren van betrokkene, en F en G, de voormalige bewoners van het blok woningen dat haaks staat op de woning op het uitkeringsadres. Omdat deze verklaringen, samen met die van Y en betrokkene, voor de Svb het hoofdbewijs vormen voor zijn standpunt dat Y vanaf de datum in november 2016 zijn hoofdverblijf had op het uitkeringsadres, moeten deze verklaringen een stevige feitelijke basis hebben, willen ze een toereikende feitelijke grondslag kunnen bieden voor dat standpunt. Dat volgt uit eerdere rechtspraak.Dat is hier niet het geval.
4.8.1.C is tegelijk met betrokkene in de straat komen wonen. In het begin had hij vaak contact met betrokkene, inmiddels niet meer. Hij kent de namen van de jongste twee kinderen niet. C ziet betrokkene en Y als een echtpaar en een gezin. Hij schat dat Y er al vijf tot zes jaar woont. Betrokkene heeft hem gezegd dat ze met Y getrouwd is voordat de twee jongste kinderen geboren waren. Hij ziet betrokkene en Y vaak samen en ziet ze wel eens boodschappen doen. Hij ziet Y wel eens wandelen met de kinderwagen, soms samen met betrokkene. Ook ziet hij Y wel eens in de tuin werken.
4.8.2.D is een directe buurvrouw van betrokkene en woont er al acht jaar. Zij heeft verklaard dat er eerst een vrouw met haar drie dochters woonde, maar dat er nu een man en een vrouw met in totaal vijf kinderen wonen. Zij groeten elkaar maar komen niet bij elkaar over de vloer. Zij weet niet hoe iedereen heet. Betrokkene woonde daar eerst alleen en na een jaar of twee kwam Y in beeld, maar hij verbleef toen niet volledig op het uitkeringsadres. Betrokkene en Y hebben toen problemen gehad en zijn een tijdje uit elkaar geweest. Zij hebben gezegd dat ze in de moskee getrouwd zijn. D en haar toenmalige partner E hebben toen een bos bloemen voor hen gekocht. Uit het zien van de auto en het zien van de man in de ochtend of avond heeft D de conclusie getrokken dat ze samenwonen, vanaf het moment dat ze getrouwd zijn. Sinds ze getrouwd zijn, ziet zij Y zo vaak dat ze aanneemt dat hij daar volledig woont. D heeft Y regelmatig gezien in de tuin, aan de barbecue of op de fiets.
4.8.3.E is de ex-partner van D en heeft van juni 2011 tot en met november 2019 naast betrokkene gewoond. Hij was veel thuis en volgens hem woont Y vanaf 2013 volledig op het uitkeringsadres. Daar leefden zij als een gezin. Hij weet de namen van de bewoners van het uitkeringsadres niet. Betrokkene heeft hem verteld dat zij een relatie had, even uit elkaar zijn geweest, weer bij elkaar zijn gekomen en getrouwd zijn in de moskee. Toen hebben D en hij nog een bloemetje gebracht. Hij zag Y bezig in de tuin en aan de barbecue. Zij ontvingen bezoek en E heeft gehoord dat Y zich bemoeide met de opvoeding van de kinderen.
4.8.4.Uit deze getuigenverklaringen blijkt dat C, D en E betrokkene en Y samen hebben gezien, de auto van Y hebben gezien en Y hebben gezien in de tuin, met de kinderwagen of tijdens het boodschappen doen. Maar hoe vaak C, D en E dat hebben gezien blijkt niet uit hun verklaringen. De medewerkers van de Svb hebben daarop ook niet doorgevraagd. De verklaringen van C, D en E zijn als gevolg daarvan onvoldoende concreet en specifiek over het verblijf van Y op het uitkeringsadres en de duur daarvan. Uit die verklaringen blijkt namelijk onvoldoende of wat zij verklaren over het wonen en samenleven van betrokkene en Y als een gezin is gebaseerd op feitelijke waarnemingen of op aannames en vermoedens. De verklaringen van C, D en E bevatten onvoldoende concrete feiten en omstandigheden op basis waarvan kan worden vastgesteld dat het zwaartepunt van het persoonlijk leven van Y zich in de te beoordelen periode op het uitkeringsadres bevond. Deze verklaringen zouden misschien bruikbaar kunnen zijn als steunbewijs, maar zeker niet als hoofdbewijs.
4.8.5.F en G hebben van juni 2011 tot oktober 2016 in de buurt van het uitkeringsadres gewoond. Alleen al omdat deze periode vóór de te beoordelen periode ligt, komt aan de verklaring van F en G geen betekenis toe voor de vraag waar Y in die periode zijn hoofdverblijf had.
Het huisbezoek op het uitkeringsadres