Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] te [woonplaats], eiseres,
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Na het overlijden van haar echtgenoot heeft verweerder in het besluit van 10 februari 2011 aan eiseres met ingang van december 2010 een nabestaandenuitkering en een halfwezenuitkering op grond van de Anw toegekend.
“Nee, deze is hetzelfde gebleven. Als ik of één van de kinderen ziek is, dan slaapt de heer [naam 2] op mijn adres. Ook past hij op de kinderen als ik iets moet doen. De heer [naam 2] verblijft nu ongeveer 2 nachten per week op mijn adres. Ik weet niet of dit meer of minder is dan tijdens het vorige bezoek. Als ik hulp nodig heb, is de heer [naam 2] meer op mijn adres. Hij verblijft dan ook wel een aantal uur per dag op mijn adres.”Op de vraag of de heer [naam 2] een sleutel heeft van haar woning heeft eiseres verklaard
: “Nee dat heeft hij niet. Als ik weg ben leg ik de sleutel in de schuur. De sleutel van de tuindeur ligt dan in de schuur. Ook voor de kinderen ligt de sleutel in de schuur. Deze sleutel past ook op de voordeur.”Daarna is de vraag gesteld hoeveel tijd (per week) eiseres samen met de heer [naam 2] op haar adres doorbrengt. Hierop heeft eiseres geantwoord
:“De heer [naam 2] blijft nu ongeveer 2 nachten per week op mijn adres. Ook overdag is hij aanwezig. Dit zijn geen vaste dagen of nachten. De heer [naam 2] komt wel elke dag op mijn adres voor de jongste kinderen. En hij helpt ook mee met de oudere kinderen, bijvoorbeeld naar sport brengen. Overdag brengt de heer [naam 2] ongeveer 4 a 5 uur per dag op mijn adres door. Tussen de middag maakt de heer [naam 2] bijvoorbeeld lunch voor zijn zoontje als hij hem van de peuterspeelzaal haalt. Als [naam 3] weggebracht moet worden, 2 dagen in de week, doe ik dat en past de heer [naam 2] op [naam 20] of andersom. Als [naam 3] gebracht wordt door de heer [naam 2], brengt hij hem met de auto. Hij heeft een [type auto]. Ik maak geen gebruik van de [type auto].”
“
“Nee, als de heer [naam 2] op mijn adres is, is hij hier voor de kinderen. Hij werkt niet op mijn adres. (…) Nee een echte hobby heeft hij niet. Wel mijn dochter helpen met de mobieltjes e.d. uit elkaar halen. De heer [naam 2] kan niet 24 uur op mijn adres zijn i.v.m. zijn gezondheid. Het is te druk voor hem met 5 kinderen in huis.“
De heer [naam 2] verblijft voor de helft van de tijd op mijn adres. Hij verblijft wel vaak de avonden op mijn adres. Dat is eigenlijk elke avond. Dit is dan voor 2 a 3 uur op een avond. Soms blijft hij wat langer als wij bv een film gaan kijken. Hij komt en hij gaat. Als de heer [naam 2] [naam 3] naar de peuterspeelzaal brengt en ophaalt, is de heer [naam 2] in de tussentijd op mijn adres. Dat is op maandag en woensdag. Hij komt dan de ene keer in de ochtend om ongeveer 8 uur de andere keer is hij de avond ervoor blijven slapen. Hij slaapt ongeveer 2 nachten per week op mijn adres. Ik heb mijn privé en mijn dochters ook. Het kan ook zijn dat de heer [naam 2] een paar dagen niet komt. Wij overleggen samen wanneer hij wel en niet komt. De heer [naam 2] is ook nog veel op zijn eigen adres. In een dag zitten 24 uur. De heer [naam 2] is niet 24 uur per dag op mijn adres. Als hij niet bij mij is, is hij op zijn eigen adres of ergens anders. Dat weet ik niet.”
“Sinds de geboorte van [naam 3], verblijft de heer [naam 2] voor de helft van de tijd op mijn adres. Wij proberen zo goed als mogelijk vader en moeder voor onze kinderen te zijn. Hij helpt mij altijd met de kinderen. Ik blijf er bij dat de heer [naam 2] niet volledig op mijn adres verblijft. Hij is op verschillende tijden op verschillende dagen op mijn adres aanwezig, op bezoek. Ik wil ook dat de situatie zo blijft. Ik kan toch niet tegen de heer [naam 2] zeggen dat hij zijn kinderen niet mag. Als er iets aan de hand is, bv bij ziekte of als ik oppas nodig heb, verblijft de heer [naam 2] naast de helft van de tijd meer op mijn adres. Dit komt ongeveer 1x per 2 maanden voor. Het is de laatste tijd niet meer voorgekomen dat het nodig is dat de heer [naam 2] meer/vaker op mijn adres aanwezig is.”
“ Ik ben daar vaak. Ik help haar. Het klopt dat we samen boodschappen gaan doen. Dat ik met de bakfiets weg ga. Dat we samen met de kinderwagen weg gaan.Op de vraag vanaf wanneer [naam 2] meer per maand in de woning van [naam 4] verblijft dan in zijn eigen woning, antwoordt [naam 2]:
“Sinds ik kinderen bij [naam 4] heb. Het zijn mijn kinderen. Er zijn ook wel nachten dat ik bij [naam 4] verblijf en dat ik ‘s nachts naar de [adres 2] toe ging. Dit had ik helemaal niet in gedachten, daar bedoel ik mee dat ik niet expres samenwoon met [naam 4].“Vervolgens is aan [naam 2] door de sociaal rechercheurs het volgende voorgehouden:
“Dus als wij het goed begrijpen, ben je vanaf 22 november 2016, sinds de geboorte van [naam 3] vaker bij [naam 4] in huis dan dat u aan de [adres 2] verblijft. Klopt dat?“ Hierop verklaart [naam 2]:
“
Dat klopt inderdaad. Het was ook wel zo dat toen [naam 4] zwanger was van mij ik haar wel vaker hielp. Bijvoorbeeld toen een kind van haar naar zwemles moest en [naam 4] was zwanger dan ging ik daar heen. Wat moet ze anders? een buurman vragen? “
“
Bij [naam 4] achter de woning. Als ik naar de [adres 2] ga dan pak ik de fiets en soms ga ik met de auto ook loop is soms. Die auto staat altijd daar.”
Sinds kort”.De sociaal rechercheurs hebben
[naam 5] geconfronteerd met de verklaring van [naam 2] dat hij vanaf dat zijn oudste kind is geboren op 22 november 2016 meer verblijft bij [naam 4] dan op het adres [adres 2]. Daarop heeft [naam 5] verklaard:
Ja dat klopt. Ik vind het wel moeilijk omdat ik soms mij niet zo goed meer kan herinneren wat een langere tijd geleden heeft gespeeld.”
Op het adres [adres 1] te Zwolle woont [naam 4] met haar dochter [naam 7], [naam 8] en [naam 9] en de partner van [naam 4], [naam 10]. En daarnaast wonen er nog 2 kleine kinderen. De eerste 3 kinderen zijn van haar overleden partner, zij heten [naam 11] met de achternaam en de twee jongste kinderen zijn van haar huidige partner. De namen van de jongste kinderen weet ik niet. In het begin, mei 2011 hadden wij nauw contact en kwamen we ook bij elkaar over de vloer. Nu is het contact minder maar wanneer we elkaar op straat zien groeten wij elkaar wel. [naam 4] is met haar 3 oudste kinderen ongeveer op hetzelfde moment dan ons op het adres [adres 1] te Zwolle komen wonen. Volgens mij is [naam 10] ongeveer 40-45 jaar. Ik weet niet exact hoelang [naam 10] al op dit adres woont. Ik schat ongeveer een jaar of 5 a 6. [naam 10] en [naam 4] zie ik als man en vrouw. Ik zie ze altijd samen. In de zomer zie ik hem vaker dan in de winterperiode. Ik zie hem naar zijn werk gaan en ook weer thuis komen, dit is met de auto. (…).ik heb niet gezien dat [naam 10] spullen heeft meegebracht toen hij hier in de straat is komen wonen. Ik zie ze als echtpaar. Ik zie ook dat ze bezoek van familie van hem ontvangen. Ik ken zijn familie van gezicht. [naam 10] heeft mij dit verteld. [naam 4] heeft mij vertelt da ze met [naam 10] is getouwd. Dit heeft ze mij verteld voordat de 2 jongste kinderen geboren waren. (…) Ik zie ze ook wel eens samen boodschappen doen. Soms haalt hij de boodschappen en soms haalt zij de boodschappen. Ik zie ze wel thuis komen met de boodschappen en ik ben ze ook wel eens tegengekomen bij de Jumbo. (…). Voor zover ik weet zijn ze vorig jaar of het jaar ervoor op vakantie geweest naar haar geboorteland. Dit heeft [naam 4] mij zelf verteld. (…) Vorig jaar hadden ze nog een hond. Deze hebben ze nu niet meer. Ik zag dat zowel [naam 10], [naam 4] en ook wel dat de kinderen de hond uit lieten. (…) U heeft mij een foto laten zien van zowel een vrouw als een man. De vrouw herken ik als mijn buurvrouw [naam 4] en de man als mijn buurman [naam 10]. Beiden wonen op het adres [adres 1] te Zwolle. (…) ik weet niet of [naam 10] ook aan huis werkzaamheden uitvoert voor zijn werk. Ik heb zelf wel eens op de rommelmarkt in IJsselmuiden gestaan. Ik kwam toen [naam 10] ook tegen. Hij vertelde mij toen dat hij ook op de markt stond om schoenen te verkopen, dit was 2 jaar geleden. Ik heb ook wel eens gezien dat hij de aanhanger vol pakte met schoenen. Dat was aan de achterkant van de woning. Hij is hier toen mee gestopt en is toen overgaan in mobile telefoons. Dit heeft hij mij vorig verteld. (…)
Ik woon sinds augustus 2018 op dit adres. Op het adres [adres 1] te Zwolle woont in ieder geval een man en een kind. Deze heb ik daar wel eens gezien. Ik weet eigenlijk niet hoeveel personen op dit adres woonachtig zijn. Ik parkeer mijn auto altijd achter de woning van het adres [adres 1] te Zwolle. Ik heb de man wel eens via achteruitgang van huisnummer 39 op de parkeerplaats gezien. Ik heb daar nimmer een vrouw gezien. Ik heb ook geen contact met deze mensen. U heeft mij een foto laten zien van een man en een vrouw.(noot rapporteur: De getoonde foto’s tijdens het (buurt)onderzoek zijn de pasfoto’s van [eiseres] en dhr. [naam 2]). De man van de foto herken ik als de man die woonachtig is op het adres [adres 1] te Zwolle. De vrouw herken ik niet. Ik heb de man wel eens in een grote zwarte auto gezien en in een wat kleinere rode auto.”
“
Wij hebben op de [adres 5], [postcode] in Zwolle gewoond .De woning was op de hoek, wij hebben hier 5 jaar gewoond, van ongeveer juni 2011 tot oktober 2016. Wij waren de eerste bewoners. U vraagt mij wie er op de [adres 1] te Zwolle heeft gewoond. Ik weet niet precies hoe deze mensen heten maar er woonde een vrouw met 2 kinderen. Zij was volgens mij eerst alleen. Later is er een man bijgekomen. Wij kregen de indruk dat deze man daar bij in is gaan wonen. Wij zagen hem elke dag en zagen ook elke dag zijn bus staan. Eerst parkeerde die man zijn bus aan de achterkant van de woning, op onze parkeerplaats, daar hebben wij ruzie over gehad. Wij zagen de man bij de mevrouw van huisnummer [nummer] binnen gaan. Wij zagen de bus van die man elke dag staan. De man verkocht schoenen op de markt. Wij zagen de man elke dag, volgens ons ging hij overdag gewoon werken en kwam weer thuis. De bus stond er ook elke nacht. Wij hebben gezien dat de bus van de man elke ochtend bij de woning stond. Ik, de heer [naam 13] had wisselende diensten, ook nachtdiensten en ik heb de bus in de ochtend avond en ’s nachts bij de woning gezien. Later parkeerde de man de bus aan de voorkant van de woning. Wij denken dat wij de man en de bus voor een periode van 3 a 4 jaar al gezien hebben. Dit is 3 a 4 jaar voordat wij van het adres Schumannlaan 80 vertrokken. Wij hadden vanuit onze woning zicht op de voorkant van de woning en op de achterkant van de woning aan de [adres 1] in Zwolle. Volgens ons heeft de man een rode en een witte bus gehad. Wij weten niet hoe de mensen op dit adres heten, wij gingen verder niet met elkaar om. U heeft mij foto’s getoond van een vrouw. Ik weet zeker dat dit de vrouw is die op de [adres 1] woont. Ook heeft u mij een foto getoond van een man en ik herken de man van de ruzie die wij met hem hebben gehad. (…) Zij hebben ook een hond gehad, wij hebben zelf gezien dat de man ’s avonds na etenstijd de hond aan de voorkant van de woning uitliet. Alles wat wij u nu hebben verteld, hebben wij zelf gezien.”
“
(..) Eerst woonde mevrouw alleen met haar 3 dochters. Volgens mij wonen er nu een man en een vrouw met in totaal 5 kinderen, 3 dochters van mevrouw en volgens mij zijn er 2 jongens bij van haar nieuw man op het adres [adres 1] in Zwolle. Wij hebben wel contact in de zin van elkaar groeten, maar wij komen niet bij elkaar over de vloer. Ik weet niet hoe iedereen heet. Mevrouw woonde daar eerst alleen, na een jaar of 2 kwam meneer in beeld maar verbleef toen niet volledig op het adres van mevrouw. Zij hebben toen problemen gehad en een tijdje uit elkaar geweest ik weet dat zij het weer goed gemaakt hebben en dat zij in de moskee getrouwd zijn. Mijn ex-man was overdag thuis en had meer contact met de buren. Hij had gehoord dat zij getrouwd zijn. (…) Uit het zien van de auto’s en het zien van de man in de ochtend of avond, heb ik de conclusie getrokken dat men samenwoont, vanaf het moment dat ze gehuwd zijn. Volgens mij hadden zij een [merk auto] gehad, een zwarte. (..) Ik heb de mevrouw hier nooit in zien rijden maar zij gingen wel met deze auto op vakantie. De [merk auto] heeft een lange tijd stilgestaan. Zij hebben ook een [type auto], waar ik ze allebei in heb zien rijden. (…). Ik heb de man ook ’s morgens in de tuin zien lopen, ook zie ik hen regelmatig barbecueën, ook in de winter. De man verzorgt dan de barbecue. Dat heb ik zelf gezien. Ik heb ook gezien dat de man in de tuin was en misschien vrienden of familie en ook toen waren zij aan het barbecueën. (…) De buren hebben gevraagd of wij op de hond wilden passen als zij met vakantie gingen. (…) . Voordat de 2 jongste kinderen geboren zijn, zijn zij gehuwd in de moskee. Vanaf dat moment verbleef de man meer op het adres. Volgens mij verbleef hij vanaf dat moment volledig op het adres. Andersom gedacht, ik kan mij niet herinneren dat ik meneer een periode niet heb gezien. Ik zie de man vaker als de vrouw. Sinds zij getrouwd zijn zie ik de man zo vaak dat ik aanneem dat hij daar volledig woont. U heeft mij een foto getoond van een vrouw en ik herken haar als de buurvrouw. Ook heeft u mij een foto getoond van een man en ik herken de man als de buurman. Als wat ik u verteld heb, heb ik zelf gezien.”
“ Op de [adres 1] woonde [naam 4] en haar drie dochters. (…) zij heeft een relatie gekregen met een meneer. Ik weet niet hoe hij heet. Naar mijn mening trok hij na een paar maanden bij haar in. Dit kan ook een jaar geweest zijn. ik zag hem als mijn buurman omdat ik hem dagelijks zag en [naam 4] heeft mij verteld dat zij getrouwd is. (…) Ik was in de veronderstelling dat de man daar woonde, ik zag hem met de kinderen in de tuin. [naam 4] heeft mij verteld dat deze man haar hielp bij de opvoeding van de kinderen, ook de meiden. (…) Ik zag ze vaak samen in de tuin, barbecueën. In de zomermaanden waren zij veel buiten. (…) Voor zover ik weet had deze man vrije toegang tot de woning van [naam 4]. (…) U heeft mij een foto van een vrouw laten zien, ik herken haar als [naam 4]. U heeft mij ook een foto laten zien van een man, ik herken de man als de man van [naam 4].”
“Ik heb ruim 8 jaar op het adres [adres 7] in Zwolle gewoond, van juni 2011 t/m november 2019. Ik woonde daar volledig. Ik was overdag veel thuis, ik werkte niet. Volgens mij woonden op het adres [adres 1] Tunesische mensen. Daar wonden een vrouw en een man. De namen ken ik niet. In het begin woonde er een vrouw met 3 kinderen, later is de man er bij gekomen en heeft zij nog 2 kinderen van hem gekregen. De laatste van 6 jaar, vanaf 2013, woont de man volledig op het adres. (…) Vanaf 2013, ruim voor de geboorte van de jongste twee kinderen, woonde hij daar al. Ik zag hem elke dag. Ik heb hem de woning binnen zien gaan met zijn eigen sleutel aan de achterkant van de woning waar hun auto’s taan. Hun auto’s stonden altijd aan de achterkant. (…) meestal doet de man de boodschappen, soms de kinderen en de vrouw. Ze gaan wel eens samen met de kinderen weg, laatst waren zij met z’n allen een weekje weg. Vanaf het moment dat de man ingetrokken is, gaan ze ook elk jaar voor een aantal weken naar Tunesië met de auto. Ik zag dan dat de auto ingepakt werd. Zij vertelden dat zij op vakantie gingen zelf aan mij, de ene keer deed de man dit, de andere keer de vrouw of de kinderen. (…) Ik heb wel eens gezien dat de man de tegels van de tuin schoonmaakte met een hogedrukreiniger. Hij heeft ook een barbecue in de tuin neergezet, ongeveer anderhalf tot 2 jaar geleden. Barbecueën doen zij het hele jaar door, zomer en winter. De man verzorgde dan de barbecue. Zij hadden dan ook aanloop van familie of kennissen. De man en de vrouw hebben een hond gehad, die hebben zij weggedaan. De man bemoeide zich ook met de zorg en opvoeding van de kinderen. (…) de man ging ook wel eens de kinderen wegbrengen naar sport of iets dergelijks. (…) De man ging overdag werken, volgens mij bij zijn broer. Hij deed in telefoonreparatie. Ik heb mij eigen telefoon door hem laten maken. Hij kwam altijd met een busje waar een logo opstond. Dit deed hij ongeveer al 3 jaar. Deze reparaties deed hij thuis. Ik zag daar ook mensen voor aan de deur komen. (…) de man heeft zelf aan mij verteld dat hij dit werk deed. De man deed dit werk elke dag, van maandag tot en met vrijdag ging elke dag met de auto weg, soms om 8 uur in de ochtend tussen 5 en 6 uur kwam hij weer thuis. De bus is zwart van kleur. Dit was voordat de man een [type auto] heeft aangeschaft. Vanaf dat moment heeft hij geen bus meer. (..) U heeft mij een foto van een man en een vrouw getoond, ik herken de man en de vrouw als mijn buurman en buurvrouw van huisnummer [nummer] Op het adres wonen een man en vrouw met 5 kinderen. Vanaf 2013 woont de man volledig op het adres. Ik zag de man in en om de woning. Zij leefden als gezin.“
“
Ja die ken ik wel ik denk dat dit een broer is van [naam 19]. Ik heb hem hiernaast niet veel gezien. Hij woont in ieder geval niet naast mij. Ik weet ook niet hoe vaak hij hier komt. In ieder geval heel weinig.“ Verder heeft [naam 18] verklaard dat [naam 19] altijd alleen was en dat hij [naam 19] geen vuil heeft zien storten.
1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 759,-, wegingsfactor 1). Ook moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht aan haar vergoeden.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.600,-.