ECLI:NL:CRVB:2024:844
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, die per 8 juli 2018 een mate van arbeidsongeschiktheid van 51,24% heeft. Appellant is van mening dat hij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft vastgesteld en kan daarom de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet vervullen. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Den Haag bevestigd, waarin werd geoordeeld dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende inzichtelijk en gemotiveerd zijn. Appellant heeft zijn standpunt dat er verdergaande beperkingen moeten worden aangenomen niet onderbouwd. De Raad concludeert dat de toekenning van de WIA-uitkering op basis van de vastgestelde arbeidsongeschiktheid in stand blijft. De uitspraak is gedaan op 25 april 2024.