ECLI:NL:CRVB:2024:800
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beroepsziekte in relatie tot Thoracic Outlet Syndrom bij politieambtenaar
In deze zaak staat de vraag centraal of het bij appellante vastgestelde Thoracic Outlet Syndrom (TOS) moet worden aangemerkt als beroepsziekte. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de korpschef terecht geen beroepsziekte heeft aangenomen. Appellante, werkzaam bij de politie, heeft zich in 2014 ziekgemeld en in 2015 is de diagnose TOS gesteld. De korpschef heeft in 2016 geweigerd om de klachten als beroepsziekte te erkennen, omdat er volgens hem geen causaal verband bestaat tussen de werkzaamheden en het TOS. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante opnieuw betoogd dat er wel een causaal verband is, maar de Raad volgt de rechtbank in haar oordeel. De deskundigen, waaronder prof. dr. J.A.W. Teijink, hebben aangegeven dat er geen voldoende bewijs is voor een verband tussen de werkzaamheden en de aandoening. De Raad concludeert dat appellante niet heeft aangetoond dat haar klachten voortkomen uit haar werk en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Hierdoor blijft de weigering van de korpschef in stand en krijgt appellante geen proceskostenvergoeding.