Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Het oordeel van de Raad
Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn
Proceskosten
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 april 2024 uitspraak gedaan over de hoger beroepen van appellanten tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. Appellant had zelf ontslag genomen, wat volgens het college leidde tot een maatregel waarbij de aanvullende bijstand gedurende een maand met 100% werd verlaagd. De reden hiervoor was dat appellant de verplichting om zijn baan te behouden niet was nagekomen. Hierdoor voldeden appellanten niet aan de voorwaarden voor de toekenning van een individuele inkomenstoeslag, wat leidde tot de afwijzing van hun aanvraag. De Raad oordeelde dat de gronden die appellanten naar voren hebben gebracht niet slagen. De rechtbank had eerder de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard en de besluiten in stand gelaten. De Raad bevestigde deze uitspraken en wees ook het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn af. De Raad concludeerde dat de procedure in haar geheel niet langer dan vier jaar had geduurd, waardoor er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van appellanten in het kader van de Participatiewet en de voorwaarden voor het verkrijgen van bijstands- en inkomenstoeslagen.