ECLI:NL:CRVB:2024:638
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Rectificatie van proceskosten in hoger beroep WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 maart 2024 uitspraak gedaan over de rectificatie van een eerdere uitspraak van 13 september 2023, waarin een onjuist bedrag aan proceskosten was vermeld. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had verzocht om rectificatie, omdat het eerder vastgestelde bedrag van € 6.090,75 niet correct was. Het Uwv stelde dat het juiste bedrag € 4.182,75 moest zijn, en dat er mogelijk een fout was gemaakt door het bedrag van € 1.905,75 voor een deskundigenrapport tweemaal mee te tellen.
De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over de rectificatie kenbaar te maken. Appellant gaf aan dat de proceskosten volgens hem in totaal € 5.672,25 bedroegen, met een verdeling van de kosten tussen het Uwv en de Staat der Nederlanden. Na verschillende correspondenties en toelichtingen heeft de Raad besloten om de uitspraak te rectificeren. De Raad heeft de proceskosten vastgesteld op € 5.463,-, waarbij het Uwv en de Staat ieder een deel van de kosten voor hun rekening moeten nemen.
De uiteindelijke beslissing van de Raad houdt in dat de eerdere uitspraak wordt bevestigd voor zover deze is aangevochten, en dat het Uwv en de Staat der Nederlanden worden veroordeeld tot betaling van schadevergoedingen aan appellant. De uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, met M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 maart 2024.