Uitspraak
OVERWEGINGEN
16 november 2016 heeft hij zich ziekgemeld met psychische klachten. Het Uwv heeft appellant bij besluit van 12 november 2018 met ingang van 14 november 2018 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 59,42%.
van € 1.186,- bruto per maand.
Het oordeel van de Raad
Hierbij moet de vraag worden beantwoord of het Uwv de beperkingen van appellant per die datum juist heeft vastgesteld bij de FML van 18 juli 2022 en of appellant, uitgaande van die beperkingen, in staat kan worden geacht de geselecteerde functies te verrichten.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 3 september 2021;
- draagt het Uwv op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat beroep tegen de door het Uwv te nemen nieuwe beslissing op bezwaar
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 3.500,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 185,- vergoedt.
mr. J.D. Streefkerk als leden, in tegenwoordigheid van E.X.R. Yi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2024.
Bijlage
Indien de duur van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering is verstreken of als gevolg van artikel 54, vierde lid, geen aanspraak heeft bestaan op deze uitkering, bestaat de WGA-uitkering uit:
Onder inkomen wordt verstaan het belastbaar loon of het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in paragraaf 3.3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.4.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, behoudens voor zover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van die wet, voor zover de uitkeringsgerechtigde geen werknemer is als bedoeld in de onderdelen a en b.