Uitspraak
SAMENVATTING
12 november 2020 heeft beëindigd. Volgens appellant is het medisch onderzoek van het Uwv onvoldoende zorgvuldig geweest, nu dit is opgesplitst in twee onvolwaardige delen. De rechtbank heeft het verzoek om een onafhankelijk deskundige te benoemen dan ook ten onrechte afgewezen. Appellant heeft de Raad verzocht hier alsnog toe over te gaan. De Raad volgt dit standpunt van appellant niet en komt tot het oordeel dat het Uwv de ZW-uitkering terecht heeft beëindigd.
PROCESVERLOOP
A. Anandbahadoer.
OVERWEGINGEN
Inleiding
26 september 2018 de ZW-uitkering van appellant per 28 oktober 2018 beëindigd, omdat hij meer dan 65% kon verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Appellant werd niet meer in staat geacht tot het verrichten van zijn laatste werk als schoonmaker, maar wel tot het vervullen van gangbare arbeid, in de vorm van door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies.
Het oordeel van de Raad
artikel 19 van de ZW te kunnen dragen. Indien de medische beperkingen van betrokkene ten opzichte van de EZWb op een of meer punten van de FML zijn toegenomen, dan moet worden beoordeeld in hoeverre dit consequenties heeft voor de geschiktheid van de oorspronkelijk bij de EZWb geselecteerde functies.
Conclusie en gevolgen
€ 3.500,-. Ook dient het Uwv het door appellant in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht te vergoeden.