ECLI:NL:CRVB:2024:287
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van ouderdomspensioen met terugwerkende kracht en terugvordering door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van het ouderdomspensioen van appellant, die zijn huwelijk niet had gemeld bij de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant ontving vanaf juli 2012 een ouderdomspensioen, maar na het overlijden van zijn partner in december 2020, ontving hij een pensioen naar de norm voor een ongehuwde. De Svb heeft op basis van een systeemmelding van zijn huwelijk in Marokko op 30 november 2021, het pensioen met terugwerkende kracht herzien naar de norm voor een gehuwde en het teveel verstrekte bedrag teruggevorderd. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij niet op de hoogte was van de meldplicht en dat hij niet in staat was om zijn huwelijk tijdig te melden vanwege zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal en digitale vaardigheden.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 11 januari 2024, waar appellant werd bijgestaan door zijn advocaat en zijn zoon. De Svb was vertegenwoordigd door een advocaat. De Raad oordeelde dat de Svb terecht het pensioen had herzien en het teveel betaalde bedrag had teruggevorderd. Appellant had zijn huwelijk niet gemeld, ondanks dat hij op de hoogte was van de meldplicht bij de toekenning van zijn pensioen. De Raad concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. Hierdoor blijft de herziening en terugvordering van het ouderdomspensioen in stand.