In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om schadevergoeding van appellant, die eerder bijstand had aangevraagd. Na een eerdere afwijzing heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo op 10 april 2020 alsnog bijstand toegekend aan appellant met terugwerkende kracht vanaf 19 augustus 2019. Appellant verzocht om schadevergoeding voor de wettelijke rente over het nabetaalde bedrag aan bijstand, alsook voor andere schadeposten zoals de verkoop van zijn auto en boot, teruggevorderde huursubsidie, hogere eigen bijdrage en immateriële schade. De Raad oordeelde dat alleen de wettelijke rente voor vergoeding in aanmerking komt, terwijl de overige schadeposten niet voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het verzoek om schadevergoeding gedeeltelijk had toegewezen, blijft in stand. De Raad bevestigt dat de wettelijke rente inmiddels door het college aan appellant is betaald en dat er geen aanleiding is voor verdere schadevergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier was A.M. Korver.