In deze zaak gaat het om de afwijzing van de aanvraag voor studiefinanciering door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan appellant, die de Spaanse nationaliteit heeft en stage liep bij Dealroom.co. Appellant had studiefinanciering aangevraagd voor de periode van oktober tot en met december 2021, maar de minister weigerde deze aanvraag op basis van de stageovereenkomst, die volgens de minister niet als een arbeidsovereenkomst kon worden gekwalificeerd. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had de afwijzing van de minister bevestigd, maar appellant ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat appellant niet als migrerend werknemer kon worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat er voldoende bewijs was dat appellant tijdens zijn stage reële en daadwerkelijke arbeid heeft verricht. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het besluit van de minister, en oordeelde dat appellant recht heeft op studiefinanciering voor de betreffende periode. Tevens werd de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellant.