Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
.In deze procedure gaat het echter om de vraag of het college met (veel) verder terugwerkende kracht de gevraagde wijziging van de gehuwdennorm moet toepassen. Het gaat in deze procedure niet om een rechtsmiddel tegen het besluit van 22 augustus 2018, waarbij de bijstandsnorm van appellante is herzien van die van een alleenstaande (ouder) naar die van een gehuwde met een niet-rechthebbende partner. Het gaat in deze procedure evenmin om een verzoek om herziening van dat besluit. Het college heeft ter zitting ook uitdrukkelijk de onrechtmatigheid van dat laatste besluit betwist; het college heeft met de verdergaande terugwerkende kracht van de aanvraag in deze procedure om normwijziging uit coulance gehandeld. Ook gelet hierop is de door appellante gestelde schade niet het gevolg is van het besluit van 17 februari 2022.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 27 juni 2022 voor zover het de ingangsdatum van de wijziging betreft;
- herroept het besluit van 17 februari 2022 in zoverre, bepaalt de ingangsdatum van de wijziging op 21 juni 2018 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 27 juni 2022;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.348,-;
- bepaalt dat het college aan appellante het beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van € 180,- vergoedt.