ECLI:NL:CRVB:2017:3866
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- W.F. Claessens
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Toetsing van een zelfstandig schadebesluit inzake bijstandsverlening en de gevolgen voor huurtoeslag en kindgebonden budget
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin appellanten, die bijstand ontvingen op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), een verzoek deden om compensatie voor misgelopen huurtoeslag en kindgebonden budget. De bijstand was in de vorm van een renteloze geldlening verstrekt, die later was omgezet in bijstand om niet. Appellanten stelden dat deze omzetting fiscale gevolgen had die hen benadeelden in 2012, waardoor zij geen recht hadden op huurtoeslag en minder kindgebonden budget ontvingen. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag had het verzoek van appellanten afgewezen, met de argumentatie dat de rechtmatigheid van het omzettingsbesluit niet ter discussie stond en er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering rechtvaardigden.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellanten niet voldoende klemmende bezwaren hadden aangevoerd tegen de rechtmatigheid van het omzettingsbesluit. De Raad benadrukte dat appellanten zelf verantwoordelijk waren voor het aanvragen van een omzettingsbesluit in het jaar waarin de leenbijstand was verstrekt, en dat zij zich hadden moeten laten informeren over de fiscale gevolgen van de omzetting. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere uitspraak diende te worden bevestigd.