ECLI:NL:CRVB:2024:2065
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerdere weigering Wajong-uitkering
In deze zaak gaat het om de afwijzing van het verzoek van appellante om terug te komen van de eerdere weigering van haar Wajong-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante heeft in hoger beroep gesteld dat er nieuwe feiten zijn die het Uwv hadden moeten aanzetten tot een herbeoordeling van haar situatie. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft geweigerd om terug te komen van het besluit van 6 februari 2015, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die deze herbeoordeling rechtvaardigen. De Raad volgt de argumenten van appellante niet en concludeert dat de afwijzing van de Wajong-uitkering niet evident onredelijk is. De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad wijst ook het verzoek om schadevergoeding af, inclusief de wettelijke rente, en oordeelt dat appellante geen recht heeft op vergoeding van proceskosten of griffierecht.