In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 26 oktober 2023. Verzoeker, die in Turkije woont, had verzocht om herziening van de intrekking van zijn Wajong-uitkering en toeslag door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven voor herziening, zoals vereist onder artikel 8:119 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker had eerder medische informatie van het UMCG niet ingebracht in de procedure, terwijl hij daarover wel beschikte. De Raad concludeerde dat verzoeker bewust had gekozen om deze informatie niet te overleggen en dat de omstandigheden die hij nu aanvoert, niet nieuw zijn. De Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.