ECLI:NL:CRVB:2024:1854
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding en toekenning IVA-uitkering na eerdere weigering
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die haar verzoek om schadevergoeding had afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 september 2024 uitspraak gedaan. Appellante had eerder een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze was op 18 september 2014 geweigerd omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Na een herbeoordeling in 2020, op basis van nieuwe medische informatie, heeft het Uwv alsnog een IVA-uitkering toegekend met terugwerkende kracht tot 27 oktober 2014. Appellante verzocht om schadevergoeding, stellende dat de eerdere weigering onrechtmatig was. De Raad oordeelde dat het oorspronkelijke besluit niet onrechtmatig was, omdat het Uwv op dat moment niet over de nieuwe informatie beschikte. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat er geen onrechtmatig besluit was en dat appellante geen schade had geleden als gevolg van de besluiten van het Uwv. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de gronden van appellante niet slagen. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.