ECLI:NL:CRVB:2024:152
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verlaging WAO-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de verlaging van zijn WAO-uitkering naar de arbeidsongeschiktheidsklasse 25 tot 35%, die per 25 oktober 2017 is ingegaan. Appellant, die sinds 1990 een WAO-uitkering ontvangt, heeft in 2017 een herbeoordeling aangevraagd na een melding van toegenomen arbeidsongeschiktheid. De Centrale Raad van Beroep heeft de deskundige I.A.K. Snels benoemd om de medische situatie van appellant te onderzoeken. De deskundige concludeerde dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 26 juni 2017 een juiste weergave gaf van de medische beperkingen van appellant, met uitzondering van de functie van heftruckchauffeur, die als ongeschikt werd beoordeeld. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Raad de aangevallen uitspraak bevestigd, met verbetering van gronden. Tevens is vastgesteld dat de redelijke termijn voor de procedure met twee jaar en vijf maanden is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 2.500,-. De Raad heeft de Staat en het Uwv veroordeeld tot betaling van schadevergoeding en proceskosten aan appellant.