Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de beëindiging van het ziekengeld van appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) per 1 juni 2022. Appellante stelt dat zij door haar medische beperkingen niet in staat is om passende functies te vervullen en dat het Uwv ten onrechte haar ziekengeld heeft beëindigd. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en is tot de conclusie gekomen dat het Uwv het ziekengeld terecht heeft beëindigd. De Raad oordeelt dat er zorgvuldig medisch onderzoek is verricht en dat de medische beoordeling van de verzekeringsartsen voldoende rekening heeft gehouden met de klachten van appellante, waaronder het Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS). De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een deskundige te benoemen en oordeelt dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn voor appellante. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen, en er wordt geen schadevergoeding toegekend.