ECLI:NL:CRVB:2024:1427
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- M. Wolfrat
- A. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor extra verwarmingskosten op basis van de Participatiewet
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 25 juni 2024, wordt de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor extra verwarmingskosten beoordeeld. Appellante, die een uitkering ontvangt op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), had eerder bijzondere bijstand ontvangen voor verwarmingskosten, maar haar recente aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht. Het college stelde dat er geen sprake was van meerkosten voor het verwarmen van haar woning, aangezien het energieverbruik van appellante vergelijkbaar was met dat van een gemiddeld huishouden. Appellante voerde aan dat zij uit financiële noodzaak haar stookkosten laag had gehouden, maar de Raad oordeelde dat de keuze om het verbruik laag te houden niet betekende dat er recht op bijzondere bijstand bestond. De Raad bevestigde dat de kosten voor verwarming tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren en dat bijzondere bijstand alleen kan worden toegekend voor daadwerkelijk gemaakte meerkosten. De Raad oordeelde dat het college terecht de aanvraag had afgewezen, omdat appellante geen aantoonbare meerkosten had gemaakt. De eerdere toekenning van warmtetoeslag voor een beperkte periode gaf geen recht op voortzetting onder gelijkblijvende omstandigheden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.