ECLI:NL:CRVB:2024:115
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek van besluiten inzake bijstandsverlening en terugvordering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een herzieningsverzoek door het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade. Appellant had verzocht om herziening van eerdere besluiten die betrekking hadden op de hoogte van zijn bijstandsuitkering en de terugvordering van te veel ontvangen bijstand. Het college had het verzoek afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die een herbeoordeling rechtvaardigden. De Raad oordeelde dat het college terecht had afgewezen, aangezien appellant niet had aangetoond dat er toezeggingen waren gedaan die de rechtmatigheid van de besluiten zouden herbeoordelen. De in bezwaar overgelegde stukken werden niet als nieuw feit erkend, en de Raad concludeerde dat de weigering van het college om terug te komen op zijn besluiten niet evident onredelijk was. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak, waardoor de eerdere besluiten in stand bleven. Appellant kreeg geen proceskostenvergoeding en het griffierecht werd niet terugbetaald.