In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, geboren in 1998 en bekend met autisme, ernstige depressieve klachten en OCD, had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor de kosten van de opleiding van haar hond Skip tot assistentiehond. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk, die stelde dat de reeds verstrekte maatwerkvoorziening voor beschermd wonen voldoende was voor de ondersteuning van appellante.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante beperkingen heeft in haar zelfredzaamheid en participatie, en dat de verstrekte maatwerkvoorziening voor beschermd wonen niet direct kon worden gerealiseerd. Appellante had in de tussentijd een persoonsgebonden budget ontvangen, maar dit voldeed niet aan haar ondersteuningsbehoefte. De Raad heeft ook overwogen dat de opleiding van de hond Skip een significante bijdrage heeft geleverd aan de zelfredzaamheid en participatie van appellante. De Raad concludeert dat de weigering om de maatwerkvoorziening voor de opleiding van de assistentiehond te verstrekken niet houdbaar is.
De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, en de Raad heeft besloten zelf in de zaak te voorzien door de maatwerkvoorziening voor de kosten van de opleiding van de hond toe te kennen. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 4.363,50 bedragen. Deze uitspraak benadrukt het belang van maatwerk in de ondersteuning van mensen met een beperking en de rol die assistentiehonden kunnen spelen in het verbeteren van de zelfredzaamheid.