Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
De besluitvorming van het college
Uitspraak van de rechtbank
Het standpunt van appellant
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak van 20 augustus 2021 voor zover deze betrekking heeft op het besluit van 7 september 2020 (bestreden besluit) wat betreft de hoogte van de boete;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 7 september 2020 gegrond en vernietigt dit besluit voor zover het ziet op de hoogte van de boete;
- herroept het besluit van 22 augustus 2018 (besluit 3) in zoverre, stelt het bedrag van de boete vast op € 1.381,88 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 7 september 2020;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
Het college legt een bestuurlijke boete op van ten hoogste het benadelingsbedrag wegens het niet of niet behoorlijk nakomen door de belanghebbende van de verplichting, bedoeld in de artikelen 17, eerste lid, of 36b, tweede lid, of de verplichtingen, bedoeld in artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Onder inkomen wordt verstaan de op grond van artikel 31 in aanmerking genomen middelen voorzover deze:
Indien als gevolg van overtreding van de inlichtingenverplichting sprake is van een benadelingsbedrag, worden bij de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete de uitgangspunten in het tweede tot en met het tiende lid in acht genomen.