ECLI:NL:CRVB:2023:913
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijzondere bijstand voor vaste lasten na intrekking algemene bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Helmond. Appellante had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor haar vaste lasten in Nederland, nadat haar algemene bijstand bijna vier maanden eerder was ingetrokken. De reden voor de intrekking was dat appellante langer dan vier weken buiten Nederland verbleef, in dit geval in Turkije, waar zij voor haar zoon zorgde die na een auto-ongeluk in coma lag. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een acute noodsituatie die bijstandsverlening rechtvaardigde. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting en geconcludeerd dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. Appellante had niet kunnen onderbouwen dat zij in een acute noodsituatie verkeerde, en de Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant die het beroep tegen de afwijzing ongegrond had verklaard. De Raad benadrukte dat het aan appellante was om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor bijstandsverlening was voldaan, wat zij niet had gedaan. De uitspraak werd gedaan op 16 mei 2023.