Uitspraak
21 2818 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Uwv-arts onderzocht. Deze arts heeft in een rapport van 8 oktober 2019 vermeld dat bij appellante een wervelkanaalstenose is vastgesteld in de rug, dat een operatie is voorgesteld, maar dat haar in juni 2019 is medegedeeld dat de operatie niet door kan gaan door te verwachten complicaties. Appellante krijgt om de drie maanden een zenuwblokkade die tijdelijk pijnvermindering geeft. De arts heeft verschillende beperkingen voor fysieke belasting aangenomen in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens in een rapport van 16 oktober 2019, aan de hand van wat appellante kan verdienen met werkzaamheden in geselecteerde voorbeeldfuncties in vergelijking met haar maatmanloon, berekend dat appellante 32,32% arbeidsongeschikt is.
WIA-uitkering de datum per einde wachttijd moet zijn, maar dat de ingangsdatum 6 december 2019 moet zijn omdat dit de dag is waarop zij is geopereerd. Het besluit van 27 januari 2021 kan niet in stand blijven omdat zij met ingang van 6 december 2019 recht heeft op een
WIA-uitkering en niet per 16 december 2019. Ter zitting is namens appellante nog naar voren gebracht dat het Uwv er rekening mee had moeten houden dat zij in de bezwaarfase wisselend belastbaar bleek.