Uitspraak
21 2465 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
[…] kan zelf niet veel, zoals de post […]”.Dit wordt ondersteund door een brief van de wijkteammedewerker van 21 april 2020. Uit deze informatie begrijpt de Raad bovendien dat appellante door haar depressie niet goed in staat is (tijdig) derden in te schakelen voor haar post:
“[…] trekt soms ook te laat aan de bel […]”.Op het moment dat de termijn voor het maken van bezwaar liep, was er al vanwege de psychiatrische problematiek van appellante hulp voor haar georganiseerd, namelijk hulp door het wijkteam. Op de zitting heeft de gemachtigde van het college echter de grenzen van die hulpverlening toegelicht, in die zin dat de desbetreffende hulpverleners niet een bezwaarschrift mogen posten.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 24 april 2020;
- draagt het college op een nieuwe beslissing op het bezwaar tegen het besluit van 11 februari 2020 te nemen, met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat tegen het nieuwe besluit alleen beroep bij de Raad kan worden ingesteld;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.348,-;
- bepaalt dat het college aan appellante het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van € 182,- vergoedt.