Uitspraak
22 1805 WIA
28 april 2022, 20/1170 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
17 december 2013 heeft zij zich ziek gemeld met klachten van de elleboog, doortrekkend naar de schouder. Met ingang van 15 december 2015 is aan appellante een loongerelateerde
WGA-uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. Vanaf 15 september 2017 ontvangt zij een WGA-loonaanvullingsuitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 100%, omdat de arbeidsdeskundige gelet op de beperkingen van appellante geen geschikte functies kon vinden, zodat appellante geen theoretische verdiencapaciteit heeft.
21 juni 2019 de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante met ingang van 22 augustus 2019 beëindigd, omdat zij minder dan 35%, namelijk 19,48%, arbeidsongeschikt is. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 7 februari 2020 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van
4 februari 2020 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en van 5 februari 2020 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
12 november 2021 een rapport uitgebracht. De deskundige heeft geconcludeerd dat een zwaardere beperking aan de orde is op de locomotore belastbaarheid. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in reactie op het rapport van deskundige Geurs de FML op
24 december 2021 in lijn met de bevindingen van de deskundige aangepast en een verdergaande beperking opgenomen op het item 4.14 (tillen of dragen). Appellante kan maximaal 5 kilogram tillen of dragen, met de toelichting dat zij incidenteel 10 kilogram kan tillen of dragen met een frequentie van maximaal 2 maal per dag. Vervolgens heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in een rapport van 7 januari 2022 geconcludeerd dat drie van de eerder geselecteerde functies op basis van de aangepaste FML nog steeds geschikt zijn voor appellante. De op basis van deze functies nader vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid is nog steeds minder dan 35%, namelijk 27,69%, waardoor dit geen gevolgen heeft voor de beslissing om de WIA-uitkering per 22 augustus 2019 te beëindigen.