Uitspraak
20 2894 WAO
PROCESVERLOOP
.
OVERWEGINGEN
WAO-uitkering toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak heeft.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van de WAO-uitkering van appellante. De zaak betreft een herbeoordeling van de medische situatie van appellante, die in 2001 een WAO-uitkering kreeg toegekend na een auto-ongeluk. In 2007 werd haar uitkering ingetrokken omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante meldde zich in 2018 opnieuw arbeidsongeschikt, met nieuwe medische informatie over het hypermobiel Ehlers-Danlos syndroom (hEDS) en andere klachten. Het Uwv handhaafde het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die de eerdere beoordeling konden ondermijnen. De rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad oordeelde dat de diagnose hEDS, die pas in 2017 werd gesteld, niet als nieuw feit kan worden aangemerkt dat de eerdere beoordeling in 2007 zou kunnen veranderen. De Raad concludeerde dat er geen objectieve medische stukken zijn ingediend die aantonen dat appellante meer klachten had vanuit dezelfde medische oorzaak als in 2007. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen reden was om terug te komen van het besluit van 29 maart 2007. De Raad veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellante, maar bevestigde de eerdere uitspraak dat er geen recht op een WAO-uitkering was.