Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), maar deze was door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) buiten behandeling gesteld omdat de appellant niet verzekerd was. Het bezwaar van de appellant tegen dit besluit werd ook ongegrond verklaard. De rechtbank had eerder het besluit van het Uwv vernietigd, maar na een nieuw verzekeringsgeneeskundig onderzoek concludeerde het Uwv dat de appellant niet in aanmerking kwam voor een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) omdat hij ten tijde van de gestelde arbeidsongeschiktheid niet verzekerd was.
De appellant heeft in hoger beroep zijn gronden herhaald en betoogd dat het Uwv de eerste arbeidsongeschiktheidsdag onterecht heeft vastgesteld. De Raad overweegt dat het problematisch kan zijn om arbeidsongeschiktheid vast te stellen als dit betrekking heeft op een lange periode in het verleden, vooral als de aanvraag laat is ingediend. De Raad stelt vast dat de appellant pas jaren na het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid een aanvraag heeft ingediend, waardoor het Uwv niet kan worden aangerekend dat de gebruikelijke onderzoeksmethoden niet kunnen worden toegepast.
De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de vaststelling van de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 1 januari 2004 terecht is. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.