ECLI:NL:CRVB:2023:292
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor functies na auto-ongeluk
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 augustus 2021. Appellante had eerder recht op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) omdat zij 54,99% arbeidsongeschikt was. Na een auto-ongeluk meldde zij zich per 14 maart 2018 met toegenomen arbeidsongeschiktheid. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) stelde de mate van arbeidsongeschiktheid vast op 56,87% en wijzigde de WGA-vervolguitkering naar de klasse 55 tot 65% arbeidsongeschiktheid. Appellante ging in bezwaar tegen dit besluit, wat leidde tot een gegrond verklaring van het bezwaar door het Uwv, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid per 14 maart 2018 op 64,41% werd vastgesteld.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep bevestigde de Centrale Raad van Beroep deze uitspraak. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor twijfel aan de juistheid van het medische oordeel. De rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep gaven voldoende onderbouwing voor de conclusie dat er geen extra beperkingen waren op basis van de medische gegevens die appellante had aangeleverd. De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de functies die aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellante. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.