Uitspraak
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 16 januari 2020 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de korting op het AOW-pensioen van betrokkene, die van 1 april 1999 tot en met 30 juni 2017 niet verzekerd was voor de AOW. Betrokkene viel gedurende deze periode onder de Duitse socialezekerheidswetgeving, zoals vastgesteld door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De Svb bood betrokkene de mogelijkheid om zich vrijwillig te verzekeren voor de AOW over de genoemde periode, zonder dat er aanvullende premies verschuldigd waren. De rechtbank Overijssel had eerder de beslissing van de Svb vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak herroepen en de beslissing van de Svb in stand gehouden. De Raad oordeelde dat de Svb terecht had vastgesteld dat betrokkene niet verzekerd was voor de AOW en dat de objectieve situatie van betrokkene bepalend was voor de toepasselijke wetgeving. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van onevenredigheid door het aanbod van de Svb, waardoor het pensioenoverzicht van 13 november 2019 blijft gelden. Betrokkene kan zich nu vrijwillig verzekeren voor de AOW, met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum van het pensioen.