ECLI:NL:CRVB:2023:2477
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid van een geschil over een afgesloten periode van huishoudelijke hulp
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 1 maart 2022. Het geschil betreft de maatwerkvoorziening 'Ondersteuning bij het voeren van een huishouden' die door Rogplus aan appellante was verstrekt. Deze maatwerkvoorziening was van kracht van 31 oktober 2016 tot en met 30 oktober 2021, maar werd per 1 januari 2020 herzien naar een 'algemene voorziening schoon huis'. Appellante was het niet eens met deze herziening en heeft bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
De Centrale Raad heeft zich in deze uitspraak ambtshalve moeten buigen over de vraag of appellante procesbelang heeft. De Raad oordeelt dat er geen sprake is van procesbelang, omdat het geschil betrekking heeft op een afgesloten periode. Appellante ontving gedurende de gehele periode in geschil de huishoudelijke hulp die zij wenste, en er zijn geen extra kosten gemaakt. Bovendien is een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit niet relevant voor een toekomstige periode, gezien de verslechterde gezondheidssituatie van appellante. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.