Uitspraak
13 maart 2023, 22/3128 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
8 juli 2020 ziekgemeld met psychische klachten en incontinentieklachten. Op dat moment ontving zij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Het Uwv heeft appellante ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW) toegekend.
28 mei 2021 ongegrond verklaard. Appellante heeft hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend, zodat het besluit in rechte vaststaat.
18 november 2021 vastgesteld dat appellante per datum ziekmelding van 11 oktober 2021 geen recht heeft op ziekengeld. Naar aanleiding van het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep informatie opgevraagd bij de behandelend psycholoog van appellante. Na herhaaldelijke schriftelijke en telefonische verzoeken om informatie is niet gerapporteerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is aanwezig geweest bij de hoorzitting en heeft in het rapport van 16 mei 2021 de conclusies van de verzekeringsarts onderschreven. Het Uwv heeft daarop bij besluit van 18 mei 2022
(bestreden besluit) het bezwaar van appellante tegen het besluit van 18 november 2021 ongegrond verklaard.
BESLISSING
N. ter Heerdt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 december 2023.