ECLI:NL:CRVB:2023:24
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatige besluitvorming en de gevolgen daarvan voor appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellant, die zonder vaste woon- of verblijfplaats is, had een verzoek om schadevergoeding ingediend naar aanleiding van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Dit besluit, genomen op 7 april 2016, had geleid tot de intrekking van zijn bijstandsuitkering, wat appellant in zijn verzoek aanvoerde als oorzaak van zijn dakloosheid. De rechtbank had het verzoek om schadevergoeding afgewezen, ondanks de vaststelling dat het besluit onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij als gevolg van het onrechtmatige besluit dakloos was geworden.
In hoger beroep heeft de Raad de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad bevestigde dat er geen causaal verband was tussen het onrechtmatige besluit en de gestelde schade. Appellant had eerder al aangegeven dakloos te zijn geworden als gevolg van een ander besluit, waardoor de Raad concludeerde dat het college niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de schade die appellant had geleden. Bovendien werd overwogen dat de feiten en omstandigheden van de zaak niet rechtvaardigden dat de niet-tijdige uitbetaling van bijstand als een ernstige inbreuk op het privéleven van appellant kon worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.